Onderhoudskosten
Goede jeugdinfrastructuur is een gebouw dat ook goed onderhouden wordt. We hebben het dan niet enkel over propere vloeren en een plafond zonder spinnenwebben, maar ook over het nakijken van de brandblusapparaten, keuring van elektriciteit- en gasinstallaties, vegen van de schoorsteen…
Laatst aangepast op 21/05/2025
Er zijn heel wat kosten om je gebouw in orde te houden. Zorg dat je goed bijhoudt welke kosten je wanneer mag verwachten. Houd ook rekening met een aantal kleine herstellingswerken. Het meubilair van je lokaal is na een tijd aan vervanging toe en er sneuvelt al eens een ruit bij een spelletje voetbal.
Besparingstip
Het kan de moeite lonen om eens binnen te springen bij de gemeente/stad. Misschien kan de technische dienst mee instaan voor het onderhoud van het groen of kan je ze inschakelen bij kleine herstellingen. Sommige lokale besturen beschikken zelfs over een reglement waarin vermeld staat in welke gevallen een jeugdvereniging een beroep kan doen op technische ondersteuning. Of informeer eens naar de mogelijkheid om bepaalde gereglementeerde controles door de gemeente te laten organiseren voor alle jeugdinfrastructuur op het grondgebied.
Bij de onderhoudskosten komen ook nog de kosten voor keuringen die je regelmatig moet laten uitvoeren. We geven hieronder een overzicht, waarbij we kort uitleggen wat je moet laten keuren, volgens welke regelmaat en waar je hiervoor terecht kan.
Elektrische installatie
Elke eigenaar van een gebouw moet een elektriciteitsdossier kunnen voorleggen. Dit is wettelijk vastgelegd in het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI). Een van de verplichte onderdelen van dit dossier is het keuringsverlag. Dit verslag wordt afgegeven bij aanleg en controle van een elektrische installatie, zeg maar het elektriciteitsnetwerk in het gebouw.
De elektrische installatie moet 1 keer per 5 jaar verplicht gecontroleerd worden. Laat je ten minste vijfjaarlijks de installatie keuren, dan ben je zeker wettelijk in orde. Het is echter aan te raden dat 1 keer per jaar te doen en beter het zekere voor het onzekere te nemen. De elektrische installatie is namelijk één van de grote pijnpunten op het vlak van brandveiligheid. In sommige gemeenten stelt men een jaarlijkse controle voorop. Vaak blijkt dan dat heel wat defecten het gevolg zijn van slechts gewoon gebruik en niet eens van onachtzaamheden. Na de controle zal een attest worden afgeven, dat bij het elektriciteitsdossier gevoegd kan worden. Is de installatie niet in orde, dan zal de controleur adviseren wat moet worden aangepakt en moet de installateur worden ingeschakeld om het euvel te verhelpen.
Gasinstallatie
Voor de veiligheid van een gebouwis het belangrijk dat de gasinstallatie veilig en in orde is. Met de gasinstallatie worden de gasmeter, de binnenleiding en de gebruikstoestellen bedoeld. Een gasinstallatie kan alleen veilig zijn wanneer deze jaarlijks wordt onderhouden door een erkend bedrijf en wanneer deze regelmatig gecontroleerd wordt.
De onderhoudsplicht voor een gastoestel is in Vlaanderen en Brussel namelijk wettelijk vastgelegd op eens om de 2 jaar. Voor de gehele installatie zijn er als particulier geen bijkomende controles verplicht, maar natuurlijk moet het geheel wel gecontroleerd worden bij de aanleg van een nieuwe installatie of bij uitbreiding. Als je als jeugdwerk personeel tewerkstelt, gelden tevens de bepalingen van het ARAB
(Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming), de Codex Welzijn. Die stellen onder meer dat een jaarlijkse controle van de installatie verplicht is. Hoe die controle moet uitgevoerd worden, is niet bepaald.
Kleine blustoestellen
De meeste jeugdinfrastructuur is uitgerust met kleine blustoestellen. Dit zijn de toestellen die bestemd zijn voor het blussen van branden in de beginfase.
Er staat niet expliciet in de wetgeving dat brandblussers jaarlijks gekeurd moeten worden, wel staat er bijvoorbeeld in het Algemeen Reglement voor Arbeidsbescherming (ARAB) in artikel 52 dat de middelen voor brandbestrijding ‘geregeld’ moeten nagezien worden. In de norm NBN S21-050 staat dat brandblussers jaarlijks gekeurd moeten worden, en wat er bij die keuring moet gebeuren. Het gaat hier echter om een norm en niet om een wettelijke verplichting. De meeste keuringsfirma’s keuren brandblussers jaarlijks. We gaan ervan uit dat dit een goede praktijk is.
In een aantal gevallen kan er wel een contractuele verplichting zijn. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat een jaarlijkse keuring in een clausule in de brandverzekering is opgenomen. Het is raadzaam na te gaan of dat zo is. Belangrijk is om dit te checken bij de verzekeraar waarmee de brandverzekering werd afgesloten.
De keuring gebeurt in principe vanaf 1 jaar na de levering van de blussers, en de normale levensduur van een blusser is voorzien op 20 jaar, maar kan op verantwoordelijkheid van de leverancier verlengd worden.
Reinigen schoorsteen
Voor diegenen die nog een (werkende) schoorsteen hebben moet je zeker rekening houden met een aantal zaken.
In het Koninklijk Besluit van 06/01/1978 worden een aantal verplichtingen opgelegd. De schoorsteen moet elk jaar een onderhoudsbeurt krijgen door een schoorsteenveger, een reinigingsbedrijf of een bevoegd technicus, met maximum 15 maanden tussen de 2 onderhoudsbeurten. In geval van vloeibare brandstof moet ook de brander jaarlijks nagekeken en afgesteld worden door een bevoegd technicus die een controleproef uitvoert.
Indien het onderhoud uitgevoerd wordt, vergeet dan niet een attest te vragen! Dit attest moet minimaal 2 jaar bijgehouden worden. Wanneer je dit attest niet hebt en er breekt brand uit en de schoorsteen blijkt de oorzaak, dan vergoedt de brandverzekering geen enkele schade.
Voor adressen van schoorsteenvegers kun je terecht bij de federatie van Belgische schoorsteenvegers. Deze lijst is zeker niet uitputtend, een zoektocht op het internet brengt ook veel contactgegevens op.
Let bovendien op dat een niet goed gereinigde schoorsteen kan zorgen voor CO2-vergiftiging, omdat de schoorsteen niet meer goed ‘trekt’. Het reinigen van een schoorsteen heeft dus meer voordelen dan je denkt! Het is voor je eigen veiligheid!
Stookolietanks
Er zijn verschillende soorten stookolietanks. De wettelijke bepalingen verschillen voor bovengrondse of ondergrondse tanks, en voor bestaande of nieuwe stookolietanks. Verder gelden er naargelang het soort tank (metalen, polyester enzovoort) ook andere wettelijke bepalingen. Het eerste wat je dus te doen staat, is uitmaken met welke bestaande stookolietank je te maken hebt. Ook als je het gebruik van een nieuwe stookolietank overweegt, moet je een aantal wettelijke bepalingen in acht nemen. De gemakkelijkste methode om een stookolietank te checken, is de gegevens te controleren op je groene dop. Heb je geen groene dop, dan is je stookolietank niet gekeurd!
In Vlaanderen moeten de verplichte onderhoudscontroles om de 2 à 5 jaar gebeuren. Wil je weten welke bepalingen voor jouw tank van toepassing zijn of meer informatie over mazoutreservoirs en de wetgeving.