Veiligheid speelterreinen
Veiligheid speelterreinen
Speelterreinen zijn onderworpen aan strenge wetgeving. Dat is maar goed ook: Een slecht ontworpen speeltoestel verbergt heel wat gevaren waar je niet meteen aan denkt: Een schommel die te laag hangt kan voeten blokkeren, kinderen kunnen door te brede openingen van een balustrade vallen, maar als ze te klein zijn kunnen ze erin blijven haken met vingers of handen.
Een speelterrein uitbaten komt dus niet alleen met een heleboel speelplezier, maar ook met een grote verantwoordelijkheid: Je bent er verantwoordelijk voor dat alle speeltoestellen waar de kinderen op gaan spelen veilig zijn.
Hebben wij een speelterrein?
Om uit te maken of jouw jeugdwerking uitbater is van een speelterrein en dus verantwoordelijk is voor de naleving van de wetgeving stel je jezelf twee vragen.
Is het antwoord op beide vragen positief? Dan moet je aan alle regels voldoen.
1. Zijn wij de uitbaters?
De uitbater van het speelterrein is verantwoordelijk voor de goede staat en veiligheid van dat speelterrein.
a. Huur je het terrein? Ga dan na of je bepalingen hebt opgenomen over het beheer van de buitenruimte. Je kan namelijk afspreken dat de eigenaar verantwoordelijk is voor het beheer van die buitenruimte.
b. Ben je eigenaar van het terrein? Dan ben je waarschijnlijk uitbater van dat terrein. Toch kan je in bepaalde gevallen afspraken hebben met de gemeente of een andere partner over het uitbaten van dat terrein.
2. Is het volgens de wet een speelterrein?
De wet beschouwt een buitenruimte pas als ‘speelterrein’ als er minstens één speeltoestel op staat.
a. Staat er enkel een tijdelijk speeltoestel op dat gemaakt is door de kinderen als onderdeel van hun spel? Dan is de wet niet van toepassing.
b. De wet zegt niet dat speeltoestellen vaste constructies moeten zijn om als speeltoestel gezien te worden. Ook losse speeltoestellen, zoals een gocart die permanent op het terrein staat, kunnen bekeken worden als speeltoestellen.
Onderstaande tekst komt idealiter in een soort openklapmenu of zo een vraagtekentje waar je met de muis over kan gaan en er zo’n tekstbalonnetje verschijnt
Een speelterrein is ‘elk terrein waar tenminste één speeltoestel aanwezig is dat door kinderen en jongeren gebruikt wordt om te spelen.’
Een speeltoestel is dan weer ‘elk product bestemd voor vermaak, of ontspanning, ontworpen of kennelijk bestemd om te worden gebruikt door personen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, waarbij uitsluitend gebruik gemaakt wordt van zwaartekracht of van fysieke kracht van de mens gebruik wordt gemaakt en bestemd voor collectief gebruik op een tijdelijk of blijvend speelterrein’
Einde onderstaande tekst
FAQ
Kunnen we niet gewoon een bordje plaatsen om aan te geven dat ‘we niet verantwoordelijk zijn voor gebeurlijke ongevallen’?
Zo’n bordje neemt de verantwoordelijkheid voor een veilig speelterrein niet weg. Je blijft verantwoordelijk voor de goede staat en veiligheid van het terrein en de speeltoestellen die erop staan.
Maar we kunnen toch niet garanderen dat de kinderen de speeltoestellen op een veilige manier gebruiken?
Als uitbater ben je enkel verantwoordelijk voor de veiligheid van die speeltoestellen als ze op een ‘normale’ manier gebruikt worden. En ja, ‘normaal’ betekent ook dat ze op het dak van het speelhuisje klimmen!
Als begeleider ben je wél verantwoordelijk voor het gedrag van de kinderen. In de meeste gevallen zal je dus voor zowel de toestellen (als uitbater) als het gedrag (als begeleider) verantwoordelijk zijn.
Hoe zit dat met die tijdelijke speeltoestellen?
Hebben de kinderen een tijdelijk speeltoestel gemaakt als onderdeel van hun spel? Dan beschouwt de wetgever die niet als speeltoestellen. Je mag dus gerust samen met de kinderen een speeltoestel uit paletten bouwen. Gelukkig maar!
Voorwaarden
Het is samen met of door de kinderen gebouwd als onderdeel van hun spel
WEL
Een boomhut door de kinderen gebouwd, een sjorconstructie die je samen met de kinderen bouwt.
NIET
Een zelfgemaakte schommel die je met de leiding bouwt voor de kinderen
Het is een tijdelijke constructie
‘Tijdelijk’ wordt niet gedefinieerd in de wet. Je moet dus inschatten of een constructie tijdelijk is of niet. Je kan je baseren op onderstaande elementen
Geen vaste plaats op het speelterrein
Binnen korte tijd verwijderd of veranderd door de kinderen
In de praktijk spreken we over maximaal enkele weken, niet enkele maanden
Ze zijn geen structureel onderdeel van het speelterrein
Je blijft als begeleider wél verantwoordelijk voor het inschatten van risico’s van het spel van die kinderen.
Gebruik in de eerste plaats je gezond verstand om risico’s in te schatten: Zitten die knopen vast? Is het verstandig om zo hoog te bouwen? Is er instortingsgevaar?
Beperk de risico’s door afspraken te maken met de kinderen, een oogje in het zeil te houden en constructies na te kijken op stevigheid.
Lees er meer over op de pagina ‘veiligheid en risico’s inschatten’
Welke dingen moet je in de praktijk doen om je speelterrein te onderhouden?
Er wordt van de uitbaters van speelterreinen drie dingen verwacht
Maak een risicoanalyse: Inventariseer de mogelijke risico’s
Neem de nodig preventiemaatregelen op basis van de risico’s
Werk een inspectie- en onderhoudsschema uit en volg dat nauwgezet
De uitbater is verantwoordelijk dat dit gebeurt door mensen met de juiste expertise en kennis. We raden je aan om professionele hulp in te schakelen zodat je zeker niets over het hoofd ziet.
Publicaties
Download het handboek ‘Veiligheid van speelterreinen’ van de FOD economie
Link: https://economie.fgov.be/nl/publicaties/handboek-veiligheid-van
Download of bestel de handige gids van Speelom om veiligheidscontroles van speelterreinen uit te voeren
Link: https://k-s.be/speelom/welkom-bij-speelom/publicaties-mbt-veiligheid-speelterreinen/
Bekijk de pagina ‘infrastructuur, een plek voor je werking’ met tips en voorbeelden van andere werkingen van VDS vzw
Link: https://www.speelplein.net/beterspelen/organisatie/infrastructuur
Veiligheid en risico’s inschatten
Een ongeluk ligt zit een klein hoekje. In datzelfde hoekje vinden we een hoop speelkansen terug. Risicozoekend gedrag is eigen aan het spelen van kinderen. Ze gaan op zoek naar het soort spelen waar ze een beetje bang van worden.
Spelen op hoogte, spelen op gevaarlijke plekken of gewoon heel snel gaan: Het zijn allemaal dingen die de speelervaring van kinderen versterken.
En dat is goed: Kinderen die op jonge leeftijd leren risico’s inschatten verleggen hun grenzen en leren vroeg gevaren inschatten.
Tegelijk ben je er als begeleider verantwoordelijk voor dat het risicovol spelen geen gevaarlijk spel wordt.
Ontdek hoe je als werking kan omgaan met risico’s en een correcte inschatting kan maken van gevaarlijke situaties.
Publicaties
Welke acht vormen van risicovol spel bestaan er? Waarom is risicovol spelen belangrijk in de ontwikkeling van kinderen? Hoe kan je risicovol spelen ondersteunen? Je leest er alles over op de website van GoeGespeeld.
Link: https://www.goegespeeld.be/inhoud/risicovolspelen
Met het project RePlay onderzoekt de ArteveldehogeschooI hoe ze risicovol spelen een plek kunnen geven in de kinderopvang. Deze quicksheets over risicovol spelen geven aanknopingspunten en tips over risicovol spelen.
Link: https://www.arteveldehogeschool.be/risicovolspelen/file/repository/RePLAY_quicksheets_HR.pdf
Risicovol spel is dan wel heel leuk voor de kinderen, voor een jeugdwerking komen er toch wel wat vragen bij kijken: Hoe zit dat met verzekeringen? Waar ligt voor ons de grens? Hoe kunnen we aan de slag om risico’s correct te analyseren? Je leest dat en nog veel meer bij de Vlaamse Dienst Speepleinwerk (VDS vzw);
Link: https://www.speelplein.net/beterspelen/spelen/risicovolspelen