Hoe inbraken voorkomen?

Je kan verschillende maatregelen nemen om inbraak te voorkomen. Sommige maatregelen zijn klein en hebben weinig impact op de werking, andere zijn dan weer groter en vragen heel wat werk en/of financiële middelen.

Laatst aangepast op 31/07/2025

Enerzijds hebben we de maatregelen voor hoe je je als organisatie organiseert tegen mogelijke diefstal (en vandalisme). Dit gaat dan vooral over de afspraken die je maakt en zijn dus organisatorische maatregelen.

Anderzijds hebben we een lijstje van maatregelen die eerder van bouwkundige aard zijn. Een stevigere deur bijvoorbeeld. We spreken hier over bouwkundige maatregelen.

Daarnaast gaan we ook nog even in op eventuele 'elektronische beveiliging'

Tot slot moet je ook altijd bij de politie melden wanneer er een inbraak of inbraakpoging in het jeugdlokaal is geweest. Dit zowel voor diefstal tijdens de activiteiten als erbuiten. Het publiek maken van inbraken en inbraakpogingen is ook belangrijk om herhaling te voorkomen. Bij de polotie kan je ook terecht voor preventieve maatregelen.

Organisatorische maatregelen

 Inbraak als gevolg van achteloosheid:

  • ramen die tegenaan staan,

  • deuren die niet voldoende afgesloten worden,

  • een ladder die rondslingert,

  • werkmateriaal dat achtergelaten wordt,

Het is dikwijls een kwestie van gedragsaanpassing om deze zaken te voorkomen. Iedereen kent zijn eigen lokaal, zijn collega-jeugdwerkers en de zwaktes van beiden het best.

Probeer door een goed gesprek naar duidelijke afspraken en een duidelijke taakverdeling te gaan. Richt ‘lokalencontrole’ in zodat er op zwakke punten gecontroleerd kan worden.

Ideeën voor organisatorische maatregelen

Maak afspraken/planning over toegangscontrole:

  • Wie mag er binnen en wanneer?

  • Wordt het lokaal nog gebruikt door anderen en wanneer?

  • Wordt er al eens een pintje gedronken in de lokalen?

  • Wie mag er dan binnen en wie sluit er af?

Maak afspraken/planning over sleutelbeheer:

  • Wie heeft een sleutel van welk lokaal?

  • Hebben anderen dan de vaste vrijwilligers nog sleutels en waarom?

  • Moet iedereen een sleutel hebben van het kot met die kostbare muziekinstallatie?

  • Je kan er ook voor kiezen gepatenteerde sleutels te gebruiken. De cilinders zijn alvast beter geschikt tegen diverse vormen van inbraken. Het grote voordeel is dat je zo een goed zicht krijgt op het aantal sleutels dat in omloop is. Met deze kennis in het achterhoofd kan je er dan bijvoorbeeld ook bewuster voor kiezen om een cilinder te vervangen indien een sleutel onder verdachte omstandigheden verdwijnt.

Maak afspraken/planning over de controle van lokalen op het einde van de activiteiten:

  • Zijn al de deuren op slot? Zijn alle ramen dicht? Werden de rolluiken neergelaten?

  • Zijn de gordijnen gesloten? Zorg er ook steeds voor dat het onmogelijk is om binnen te kijken in je lokaal. Het kan gek klinken, maar soms kan een simpel gordijn al een drempel zijn om in te breken. Vermijd in ieder geval steeds dat er kostbare dingen (geld, cd’s, stereo-installatie…) in het zicht liggen.

  • Slingert er nog materiaal rond op het terrein? Er is niets zo frustrerend als na een inbraak vaststellen dat de inbreker je eigen materiaal heeft gebruikt. Zorg er dus voor dat je dingen zoals een ladder, stoelen, tuintafel… niet laat rondslingeren rond je lokaal. Zij vormen een perfect hulpmiddel voor de inbreker om op het dak of dichter bij een raam te komen. (Sjorhout dat is opgestapeld tegen het lokaal vormt ook een perfect opklimmiddel.)

Maak afspraken/planning over waardevol materiaal:

  • Laat geen kostbaar materiaal of geld in het lokaal. Het zou jammer zijn moest het geld van de jaarlijkse wafelenbak in het lokaal blijven liggen om plots te ‘verdwijnen’.

Maak afspraken/planning over de drankvoorraad.

  • Die is letterlijk en figuurlijk dikwijls het kostbaarste bezit van de groep. Zorg dat de drank steeds op een goed afsluitbare plek kan worden opgeborgen.

Maak afspraken/planning over de zichtbaarheid.

  • Een grote haag rondom het lokaal kan wel leuk zijn, maar het zorgt er ook voor dat een potentiële dief ongestoord zijn gangetje kan gaan. Op tijd snoeien is dus de boodschap.

Maak afspraken met de buren.

  • Een goede buur is beter dan een verre vriend. Haal de banden dan ook aan. Vraag hen of ze een oogje in het zeil willen houden. Speel de naaste buren jaarlijks de telefoonnummers van de verantwoordelijken door.

Organiseer op voorhand

Mocht je toch nog met een inbraak geconfronteerd worden dan kan een grondige organisatie op voorhand je achteraf helpen.

  • Indien je je kostbare spullen merkt met de naam van je jeugdvereniging wordt het materiaal direct herkenbaar en minder interessant. (Welke dief heeft graag een radio met ‘Chiro huppeldepup’ in gegraveerd op zijn kamer staan?) Gravering is niet altijd mogelijk maar er bestaan diverse manieren om je materiaal te merken.

  • Je kan er tegenwoordig ook airtags op hangen zodat wanneer de spullen weg/verplaatst zijn, je ze ook kan tracken met je laptop of telefoon.

Maak sowieso ook een lijstje van de (kostbare) inboedel van je lokaal met een beschrijving, het merk, eventueel type en serienummer… Neem ook een foto van de kostbare zaken. Zo’n opsomming maakt de aangifte bij de politie eenvoudiger en kan je ook helpen om later eventuele spullen te herkennen. Dergelijk inboedellijstje is zeer belangrijk. De politie vindt vaak vele spullen terug, maar kan maar moeilijk achterhalen wie de oorspronkelijke eigenaar was.

Bouwkundige maatregelen

Hieronder geven we een heleboel bouwkundige maatregelen mee. De ene maatregel is al wat duurder of moeilijker te installeren dan de andere. Laat je renovaties aan je gebouw doen, neem deze dan zeker mee.

Deuren en ramen

  • Kies selectief de deuren/ramen die je gaat verbeteren.

  • Vergrendel de deuren/ramen langs boven en onder met een stevige schuifgrendel (tegen speling).

  • Zorg voor een degelijke omkadering en verankering.

  • De deurplaat bestaat best uit massief houten panelen of metalen platen.

  • Voorzie 3 à 4 scharnieren. Zo voorkom je speling op de deur.

  • Plaats dievenklauwen op naar buiten draaiende ramen en deuren. (Dievenklauwen worden gemonteerd op het deurblad tussen het deurblad en de deurkader aan de scharnierzijde. Ze zorgen ervoor dat de deur niet uit zijn scharnieren kan worden gelicht.)

  • Voorzie een voldoende stevig hang- en sluitwerk (zie verder).

  • Bij schuiframen of schuifdeuren voorzie je best een ijzeren lat in het geleidstuk zodat de ramen of deuren niet kunnen openschuiven.

  • Voorzie eventueel een deurklink met sleutel, tegen ‘gaatjesboorders’ of mensen die het raam breken en dan met het handvat het raam openen.

Glas

  • Slagvrij glas is duur en heeft ook een deftig kader nodig!

  • Slagwerende folie is niet echt functioneel.

Rolluiken, luiken of platen

  • Hierdoor moet er meer moeite gedaan worden om binnen te geraken.

  • De pakkans is daardoor ook groter. (Het duurt langer om binnen te geraken.)

  • Rolluiken of platen langs de buitenkant moet je vergrendelen, anders hebben ze amper nut. Dit gebeurt best langs de binnenkant. Anders kunnen de inbrekers er aan.

  • Rolluiken of platen langs de binnenkant moet je ook vergrendelen. Dit is wel een eenvoudigere bevestiging. Na glasbreuk zijn de inbrekers nog niet binnen. Het grote nadeel is dat het glas stuk kan.

Hang en sluitwerk

  • Een meerpuntsvergrendeling is beter dan 1 slot. Je vangt hiermee de speling langs de sluitkant op. Bij meerdere sloten plaats je 1 op ooghoogte en 1 op kniehoogte. Je plaatst ze zo hoog en zo laag mogelijk. Zorg er wel voor dat het praktisch en gebruiksvriendelijk blijft. Gelijksluitende sloten zijn nog gebruiksvriendelijker omdat je slechts één sleutel nodig hebt en het afsluiten minder moeite kost.

  • Voorzie een veiligheidsrozet rond de cilinder. Zo kan de cilinder er niet uitgebroken worden. De cilinder moet er bovendien volledig inzitten, anders heeft hij geen enkel nut. Normaal zijn er bij een veiligheidsrozet geen schroeven zichtbaar. Mocht dit wel het geval zijn, dan zijn ze niet echt veilig meer.

  • Je kan een halve cilinder aanbrengen daar waar het niet nodig is om van buitenaf toegang te hebben tot het lokaal. De cilinder kan er zo niet uitgebroken worden. Draait de deur naar binnen, dan kan je dit aanvullen met een zware grendel of een deurbalk (bijvoorbeeld een houten balk in twee leggers aan weerszijden van de deur). Als de deur naar buiten draait, kan zo een deurbalk zeker ook zijn effect hebben, maar dan voorzie je best een legger of ring op de deur waar de balk of staaf door kan.

  • De sluitplaat (pad) dient van voldoende dikte te zijn. De inbreker kan er dan niet achter met een schroevendraaier.

  • Een losliggend kelderrooster zet je best vast met een ketting aan de binnenzijde. Zorg er dan wel voor dat de kettingen niet doorgeknipt kunnen worden.

Elektriciteit/verlichting

  • Als je buiten een stopcontact voorziet, zorg er dan voor dat deze met een schakelaar aan de binnenkant af te sluiten is. (Elektriciteit kan gebruikt worden om boormachines en dergelijke aan te drijven en laat dat nu net een van de geliefde gereedschappen van een inbreker zijn.)

  • Een licht uitgerust met een bewegingssensor kan ’s nachts je lokaal verlichten als er beweging wordt gedetecteerd. Niet alleen handig om zelf het lokaal af te sluiten met wat licht, maar ook de eventuele dief wordt in de spotlights gezet. (Plaats het licht wel buiten handbereik, hoog genoeg dus.) Dit kan een zeer goede ingreep zijn, maar enkel indien er voldoende sociale controle is. Ligt je lokaal te afgelegen, dan is dit een maat voor niks.

  • Met behulp van een timer kan je op bepaalde tijden het licht laten schijnen in het lokaal.

Nog wat praktische tips

  • Probeer eens zelf ‘inbrekertje’ te spelen in je eigen lokaal en zoek zo de zwakke punten.

  • Zorg dat je beveiligt naarmate er iets te halen is.

  • Doe steeds een grondige kosten/baten analyse.

  • Zorg dat je lokaal kindvriendelijk blijft.

  • Zorg dat je het volledig doet. (De beveiliging is zo sterk als de zwakste schakel.)

  • Zorg dat je zelf consequent en niet te nonchalant bent.

  • Doe altijd aangifte bij de politie, hoe klein de buit ook is.

  • Kaart de inbraak aan bij je netwerk (jeugdraad, nationale koepels, gewest/district). Zij kunnen misschien mee nadenken over het probleem.

Elektronische beveiliging

Wat doe je als de inbraken blijven duren? Heb je echt alles al geprobeerd en lijkt niets te helpen? Dan kan je ook nog overgaan tot het elektronisch beveiligen van je lokaal.
Dit is geen beveiliging op zich is, maar als doel heeft iemand te verwittigen die dan kan ingrijpen. Aangezien de meeste jeugdlokalen geen inwonende conciërge hebben en het doorschakelen naar professionele beveiligingsfirma’s enorm veel geld kost, zijn ze volgens ons niet of amper toepasbaar op jeugdlokalen.

Toch zijn er al jeugdwerkorganisaties die alarminstallaties en dergelijke geïnstalleerd hebben. Dit heeft toch wel wat consequenties. Denk hier dus goed over na!

Een alarm dat afgaat is niet voldoende. Er moet ook steeds iemand komen kijken. Er bestaan bijvoorbeeld systemen die het alarm doorverbinden naar je GSM. Maar welke jeugdleider gaat er nog komen kijken als het alarm ’s nachts afgaat en het ondertussen al 5 keer loos alarm is geweest? En ga je dan alleen gaan kijken, of trommel je eerst de hele leidingsploeg op? Ga je wel zelf kijken, of waarschuw je meteen de politie?

Breng je de politie op de hoogte, en het blijkt een valse oproep, dan ‘kan’ je een boete aangerekend worden (minstens 250 euro). Vaak wordt deze boete nauwelijks tot zelfs niet opgelegd. Toch niet als je te goeder trouw handelde, dit mag dus geen drempel zijn om de politie te verwittigen.

Heb je alles al geprobeerd en zie je in het elektronisch beveiligen van je lokaal de enige uitweg, bespreek dit dan grondig met de voltallige leidingsploeg. Beeld je verschillende situaties in. Bespreek alle voor- en nadelen voor je er aan begint.

Een dummy model van een alarminstallatie kan eventueel wel enkele personen met slechte bedoelingen afschrikken …

De rol van de politie

Ook de politie kan je helpen bij het omgaan met inbraken. Ook preventief kan je bij hen terecht.

De preventieve rol van de politie:

Zelfs al is er nog niet ingebroken, dan kan je je wel al eens bij je politiekorps informeren over wat zij voor je kunnen doen. Zo kan je wellicht tips en advies krijgen om je lokalen beter te beschermen. Je kan ook al wat acties nemen om het jezelf (en de politie) na de feiten makkelijker te maken (bijvoorbeeld het bijhouden van een inboedellijstje).

  • Elke politiezone heeft een verantwoordelijke inbraakpreventie, ook wel de diefstalpreventieadviseur genoemd. Die persoon kan je gratis advies geven over hoe je de lokalen beter kan beschermen tegen mogelijke inbrekers. Dat kan gaan van eenvoudige, niet al te dure zaken tot de al wat gesofisticeerdere middelen. Neem contact op met deze persoon en maak een afspraak. Ook als je een nieuwbouw wilt zetten, kan je bij deze persoon terecht met je plannen.

  • Bij de aankoop van duurdere spullen, noteer je meteen het serienummer. Je bewaart deze gegevens bij een gekende verantwoordelijke. Heel dikwijls wordt er van de gestolen voorwerpen slechts een vage beschrijving gegeven. Wanneer de politie een serienummer heeft, dan wordt dit over heel België geseind. Bij het aantreffen van goederen – waarvan de herkomst twijfelachtig is – controleert de politie het serienummer. Als het voorwerp dan gestolen blijkt te zijn, kan de politie de eigenaar achterhalen. Via die verdachten komt men al gauw andere goederen op het spoor en wie weet zitten jullie spullen daar ook tussen.

Wat als je iemand op heterdaad betrapt?

Probeer met z’n tweeën te handelen, dat is veiliger. Als je alleen bent, is het eerste wat je moet doen de politie contacteren.

  • Spreek de verdachte aan, blijf beleefd.

  • Bel onmiddellijk de politie.

  • Als de verdachte de gestolen goederen niet afgeeft, laat dat dan over aan de politie.

  • Voorkom geweld. Wanneer de verdachte echt agressief wordt, is het voor je veiligheid beter hen te laten gaan.

  • Blijf kalm wanneer je de diefstal signaleert. Geef een goede, duidelijke persoonsbeschrijving aan de politie. Let ook op de vluchtweg die de verdachte neemt. Als er een voertuig bij betrokken is, onthoud dan de nummerplaat en noteer ze indien mogelijk. Ook een deel van de nummerplaat is al zinvol om door te geven bij je telefoon aan de politie.

De rol van de politie als de inbraak al plaatsvond:

Je waarschuwt best meteen de politie bij inbraak (of poging tot inbraak) in je lokaal. Zij komen dan de zaak onderzoeken. Ook al heb je blijvende problemen met inbraken, toch is het goed om dit steeds opnieuw te laten weten.

  • Als je een inbraak vaststelt in je lokaal of als er vandalisme is gepleegd, blijf dan overal af en blijf buiten het lokaal totdat de politie er is. Als jullie nog nergens zijn aangekomen is de kans al groter dat er sporen zijn en dat het labo kan gewaarschuwd worden. Vraag desnoods aan de politie of zij het gerechtelijk labo willen verwittigen. Dit laatste heeft natuurlijk weinig zin als je zelf al binnen bent geweest en/of alles al hebt aangeraakt. Daardoor zijn de mogelijke sporen ‘gecontamineerd’ (=vernietigd) en is het vaak zinloos om het gerechtelijk labo in te schakelen. Verwacht geen CSI-toestanden…

  • Het blijven indienen van klachten lijkt misschien nutteloos maar kan er wel voor zorgen dat er een ‘patroon’ ontdekt wordt door de politie (bijvoorbeeld aan de hand van de werkwijze). Bovendien zorgt een proces-verbaal ervoor dat je achteraf gemakkelijker de schade kan verhalen op een mogelijks gevonden dader.

  • Als je voortdurend klacht hebt ingediend en je wenst verhoogde controles aan de lokalen, dan schrijf je best een brief aan de korpschef van de politiezone waarin jouw gemeente ligt. Je vraagt hem of haar vriendelijk of het mogelijk is om wat intensiever toezicht te houden. Je kan natuurlijk ook altijd contact opnemen met de wijkagent en die kan die vraag dan rechtstreeks doorgeven aan de mensen van de interventiedienst.

Inbraak- en vandalismepreventie

 Inbraak en vandalisme voorkomen betekent dat je inbrekers en vandalen het zo tijdrovend en lastig mogelijk maakt om in je lokaal in te breken, hier vind je alvast een aantal tips.

10 tips om het inbrekers moeilijk te maken

  • Bescherm je lokaal: een goed slot kan wonderen doen, laat ook geen ramen of deuren open staan,...

  • Laat geen materiaal rondslingeren dat het makkelijker kan maken voor inbrekers. We denken hierbij o.a. ladders en ander werkmateriaal om deuren en ramen op te breken. Materialen die inbrekers kunnen gebruiken om je ramen in te gooien laat je uiteraard ook niet liggen.

  • Plaats buitenverlichting (best halogeenschijnwerpers). En hang de detector hoog genoeg zodat die niet onklaar kan gemaakt worden.

  • Zorg dat er geen waardevolle dingen (zichtbaar) blijven liggen. Heb je toch waardevolle spullen? Zorg dan dat ze niet langs buiten zichtbaar zijn en registreer ze! Dat maakt de aangifte bij inbraak gemakkelijker

  • Markeer waardevol materiaal, dat maakt het veel minder interessant om mee te nemen.

  • Speel zelf inbrekertje in je lokaal om de zwakke punten te achterhalen

  • Vraag ook de wijkagent om je lokaal te inspecteren (en stuur hem een kaartje vanop kamp)

  • vraag je buren om een oogje in het zeil te houden (en geef ze achteraf een bedanking)

  • Maak goede afspraken met de leidingsploeg over het afsluiten van de lokalen na de wekelijkse activiteiten. Vaak vertrekt de laatste leid(st)er zonder te weten welke lokalen wel of niet zijn afgesloten.

  • Je kan een beurtrol afspreken met de leiding om regelmatig langs jullie lokaal te passeren (zeker als jullie of andere verenigingen in de buurt net vandalen of inbrekers over de vloer gekregen hebben).

Preventietips tegen graffiti

  • Juiste materiaalkeuze: degelijke, moeilijk stuk te krijgen materialen en/of verfafstotende gemakkelijk afwasbare materialen gebruiken.

  • Schilder de muren in een donkere kleur.

  • Aanbrengen van een coating op de muren. Deze beschermlaag laat toe dat de muur gemakkelijker te reinigen is.

  • De muren voorzien van een beplanting of een gril.

  • Graffiti-uitnodigende muren reeds voorzien van een mooie graffiti. Erecode wil dat men een goedgemaakte graffiti niet overspuit.

  • Voorzie goede belichting van het huis, eventueel in samenspraak met de gemeente een goede belichting van de straat. Een verlichting met een bewegingsdetector doet het steeds goed. Bescherm de lamp met een gril. Gebruik licht met een lage intensiteit zodat kleuren moeilijk te onderscheiden zijn.

  • Herstel wat stuk is, zo snel mogelijk om erosie-vandalisme te voorkomen. Iets wat reeds beschadigd is, nodigt meer uit tot verdere beschadiging.

  • De graffiti zo snel mogelijk verwijderen zodat de auteur niet van zijn werk kan "genieten".

  • Aangifte doen zodat de politie op basis van inventarisatie een dader of dadergroep op het spoor kan komen en eventueel de klachten kan bundelen.

  • Zorg voor een legale graffiti-muur in je gemeente. Informeer je hiervoor bij de jeugddienst

Toch een inbraak of vandalisme? Doe steeds een aangifte bij de politie!

Lees onze andere artikels over inbraak en vandalisme

Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief