Een inbraak vindt plaats

Waarom en wat werd er gestolen? Wie zijn de daders? We nemen je mee door een heleboel scenario's

Laatst aangepast op 28/07/2025

Hoe gaan ze te werk?

De zogenaamde gelegenheidscrimineel die in een gebouw inbreekt, heeft geen professioneel inbreekmateriaal. Doorgaans zoeken ze dus naar de zwakke punten van het gebouw om op gewelddadige wijze toegang te verkrijgen.

  • In het gebouw met een bouwkundige zwakte zijn meerdere ingangen mogelijk: te dun of te rot hout, ‘kartonnen’ deuren kunnen worden ingetrapt, platen van prefab-lokalen kunnen eenvoudig uitgebroken worden…

  • Opengaande ramen en deuren die hefboomgevoelig zijn, kan men zo openbreken met bijvoorbeeld een koevoet.

  • Ook de cilinder van het slot dat uit de deur steekt kan worden afgebroken. Dit is een vaak gebruikte methode.

  • Met een hard stuk plastiek kan je soms al een sluiting weg duwen indien je de grendel van de buitenkant kan zien. Dit komt zelden voor, maar kan bij oudere gebouwen nog wel lukken. Ramen en deuren volledig afsluiten is dus de boodschap.

  • Glasbraak gebeurt minder (brekend glas maakt lawaai, en kans op verwonding is vrij groot).

  • Losliggende kelderroosters, slecht afgesloten dakramen… werken dan weer wel uitnodigend.

  • Branddeuren gaan langs de buitenkant soms ook erg goed open als ze even worden geforceerd.

Waar en wanneer wordt er ingebroken?

Tijdstip en duur van de inbraak

Het tijdstip van inbraken en vandalisme kan gevarieerd zijn. In ieder geval zal dit buiten de vaste uren van de activiteiten van de vereniging plaatsvinden. De inbraak kan ook op klaarlichte dag gebeuren als de toegangswegen tot het gebouw slecht zichtbaar zijn voor eventuele voorbijgangers.

In elk geval zal de inbreker doorgaans de ‘inbraaktijd’ zo kort mogelijk houden. Dit om betrapping te voorkomen. Helaas is de kans op betrapping in gebouwen van het jeugdwerk zo klein (de gebouwen zijn vaak lange periodes onbenut) dat de inbreker een behoorlijk grote tijdsmarge heeft.

Gebouwen die ‘uitnodigen’ tot inbraak

Soms kan je gebouw door de ligging of toestand uitnodigen tot inbraak. Denk maar aan:

  • Plaatsen waar ze een lage kans hebben om op heterdaad betrapt te worden, genieten de voorkeur. We denken dan vooral aan plaatsen waar er een geringe sociale controle is. Gebouwen die dus geen directe buren hebben of slecht zichtbaar zijn voor omstaanders.

  • Gebouwen met een belabberde bouwkundige toestand (slechte sloten en zo) kunnen de gelegenheidscrimineel bekoren. Jeugdlokalen met een gering beveiligingsniveau behoren ook tot deze categorie.

  • Gebouwen die dicht bij grote toegangswegen liggen, vergroten dan weer de ontsnappingskans. Een factor die wellicht minder een rol speelt voor jeugdlokalen.

Hoe gaan inbrekers te werk?

De zogenaamde gelegenheidscrimineel die in een jeugdwerklokaal inbreekt, beschikt niet over professioneel inbrekersmateriaal. Doorgaans zoeken ze dus naar de zwakke punten van het gebouw. Het is dus belangrijk om je bewust te zijn van die plekken. Jouw gebouw is namelijk maar zo sterk als het zwakste punt. Probeer de volgende zaken dus te vermijden.

Zwakke deuren

Zorg ervoor dat het hout van je buitendeuren niet te dun of rot is. Anders kunnen ze eenvoudig ingetrapt worden.

Prefablokalen

Als jouw lokaal een prefabgebouw is, moet je erop letten dat de platen niet gemakkelijk uitgebroken kunnen worden.

Sloten

Als de cilinder van je slot uitsteekt, kan dat gemakkelijk afgebroken worden. Dat is een vaak gebruikte methode. Een driepuntsslot (met hechting in de deurstijl op drie plaatsen) zorgt voor een extra drempel om de deur open te breken.

Glas

Ramen worden vaak als een zwakke plaats gezien. Het glas wordt stuk geslagen om een ingang te creëren.

Kelderroosters en dakramen

Zorg ervoor dat roosters en ramen goed afgesloten zijn. Ze werken vaak uitnodigend voor de gelegenheidsdief.

Wat moet je vermijden?

Zorg ervoor dat je jezelf de schuld niet moet geven als er ingebroken wordt. Gelegenheidscriminelen maken vaak gebruik van materiaal dat ze rond het gebouw vinden. Laat het volgende ‘inbrekersmateriaal’ dus zeker niet rondslingeren.

Ladder

Laat een ladder niet tegen de muur van jouw lokaal liggen. Het geeft dieven de kans om in geen tijd op het dak te staan.

Scherpe of zware voorwerpen

Scherpe en zware materialen kunnen gebruikt worden om ramen in te gooien of sloten open te prutsen.

Gereedschapsmateriaal

Het spreekt voor zich dat hamers, tangen en schroevendraaiers het ideale inbrekersmateriaal zijn. Zorg dat de gereedschapskist dus veilig binnen staat.

Stoelen, tafels en zetel

Meubilair kan als opstapje dienen om op hogere plaatsen te komen.

Sjorhout

Als je de sjorbalken stapelt tegen een muur van je lokaal, vormt dat het ideale opklimmateriaal.

Wat wordt er gestolen?

Wat men steelt is heel divers. Alles wat men kan meenemen komt in aanmerking om meegenomen te worden. Het hangt sterk af van wat de inbreker nodig heeft. Dat kan desnoods ook zwaarder materiaal zijn.

Het gestolen goed hoeft geen echt kostbaar materiaal te zijn, maar is wel belangrijk voor je werking. Bij dit soort inbraken is de schade aan het gebouw vaak groter dan de waarde van de gestolen goederen.

Wat wordt er zoal meegenomen?

  • Geld: Geld is populair bij alle inbrekers. Laat dit dus nooit in je lokaal slingeren.

  • Stookolie: als men voldoende de tijd krijgt om dit af te tappen. Dit gebeurt soms op werven.

  • Hifi- en huishoudtoestellen: In lokalen van jeugdbewegingen worden hifi- en huishoudtoestellen vanwege hun lage waarde veel minder gestolen dan bij jeugdhuiswerkingen. Zij beschikken vaak over een betere geluidsinstallatie.

  • Kledij: Kleding wordt vaak door de internen gestolen. “Hij heeft mijn jas gepikt!” is een zinnetje dat elke jeugdleider in zijn carrière wel eens zal horen.

  • Drank: De drankvoorraad kan een serieuze cent waard zijn. Zelfs leeggoed is waardevol en komt in aanmerking om gestolen te worden.

  • Voedsel, huishoudproducten (kuisproducten en zo) en medicijnen: Deze zaken worden dikwijls uit noodzaak gestolen.

Wie zijn de daders?

We onderscheiden drie profielen:

  • Professionelen: Zij kennen ‘hun job’ goed en weten wat de pakkans is, wat de buit is…

  • Semi-professionelen: Deze ’stagiair professioneel’ heeft dezelfde eigenschappen als de professionelen, maar kent de knepen van het vak nog niet perfect.

  • Gelegenheidscrimineel/opportunist: Deze groep daders maakt gebruik van de gelegenheid die hun wordt geboden. Ze kiezen doorgaans voor afgelegen gebouwen en lokalen. Soms stelen ze uit noodzaak, om te overleven, en soms is het puur vandalisme, om stoer te doen, groepsdruk...

Noch de ‘professioneel’, noch de ‘semi-professioneel’ heeft interesse in gebouwen van het jeugdwerk. Het is de gelegenheidscrimineel die voor 90% verantwoordelijk is voor inbraken in jeugdwerkinfrastructuur. Gelegenheidsinbrekers zijn trouwens naar schatting goed voor zo’n 80% van alle inbraken.

En je leden, vrienden, buren, familieleden of via-via kennissen?

Hou voor ogen dat de gelegenheidscrimineel zowel een externe als een interne kan zijn. Ook mensen die je kent kunnen misschien eens iets meepakken. Let wel op dat je niemand vals beschuldigt!

Het is geen slecht idee om reeds op voorhand na te denken over hoe je dergelijk probleem zou aanpakken. Als je op het moment zelf iemand van je organisatie betrapt op diefstal reageer je wellicht te emotioneel. Hierover al eens nadenken en gedachten uitwisselen met enkele verantwoordelijken kan je actie versterken.

Ok, wat moet ik nu na inbraak doen?

Lees onze andere artikels over inbraak en vandalisme

Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief