Met de fiets – Tips en Tricks

Je vertrekt op trektocht met de fiets, of je gebruikt de fiets tijdens een activiteit. Hoe pak je dat zo vlot mogelijk aan? We geven je in dit artikel heel wat handvaten mee.

Een goede voorbereiding vormt de basis. Weten wat je route is, wat mogelijke ‘gevaren’ zijn op de route, weten of er specifieke zorgen/noden zijn binnen de groep, allemaal cruciale zaken om je goed voor te bereiden.
Hoe beter jij bent voorbereid, hoe beter je ook de deelnemers kan voorbereiden op wat gaat komen en hoe minder frustraties onderweg.

Stippel je route uit

Alles begint met het zoeken van de beste route. Wat voor jou de beste route is hangt natuurlijk af van een aantal keuzes die je maakt:

  • Kortste route

  • Route met minst gevaren onderweg

  • Enkel gebruik van trage wegen

  • Tussenstops

Als je met een groep kinderen of jongeren op pad gaat, kies je best voor een rustige route met weinig gevaren. Het is vooral van belang de gevaren te kennen en deze vooraf met de groep te bespreken.

Wil je een mooie en rustige route uitwerken voor je fietstocht? Dan kan je via een (digitale) kaart al heel wat in kaart brengen. Drukke straten krijgen op een kaart vaak een andere aanduiding mee dan de kleinere verkeersluwe wegen. Een druk kruispunt, een overweg, oversteekplaatsen in een bocht, enzovoort, vind je terug op een kaart. Zo kan je op voorhand op zoek naar alternatieve paadjes of wegen.

Kies bij het uitstippelen van je route vooral voor de zogenaamde ‘trage wegen’. Die wegen zijn er in het bijzonder voor fietsers en/of wandelaars. Ook bestaande wandelroutes en de intussen goed gekende fietsknooppunten zijn ideaal voor rustige, veilige fietswegen.

Op zoek naar een geschikte kaart voor jouw plannen:

  • Neem eens een kijkje in dit artikel over stafkaarten.

  • Vraag een kaart aan de gemeente/stad waar je kamp doorgaat.

Op deze websites kan je terecht voor routes gefocust op de zwakke weggebruiker

Een goed uitgestippelde route helpt ook om deelnemers te kunnen informeren. Geef hen zeker de volgende informatie mee:

  • Is er onderweg mogelijkheid om drankflessen te vullen?

  • Hebben jullie vooraf een plek om de nacht door te brengen? Of zoek je die op het moment zelf? Zorg dan dat je weet welk stuk van de route je wil afgelegd hebben voor je naar een slaapplek zoekt.

  • Is er onderweg mogelijkheid om nieuwe voorraad eten in te slaan of gaat alles mee vooraf?

  • Zijn er mogelijkheden om de route in nood nog in te korten?

  • Zijn de routes toegankelijk voor alle leden van jouw groep?

Uitrusting

Afhankelijk van je plannen, hebben je deelnemers een goede fiets nodig. Daarnaast is afgestemde kledij en eventueel een goede rugzak of fietszakken ook interessant. Het is daarom belangrijk dat je je deelnemers goed informeert over wat er op hen afkomt en wat jullie verwachten qua uitrusting.

De fiets

Veilig fietsen begint bij het hebben van een goed uitgeruste fiets.

We zetten de verplichte uitrusting even op een rijtje:

Verlichting

  • Verlichting is verplicht ’s nachts of bij beperkt zicht tot 200m.

  • Vooraan voorzie je een wit of geel licht.

  • Achteraan voorzie je een rood licht dat vanop 100 m zichtbaar is.

  • De lichten mogen vaste of losse elementen zijn en mogen knipperen of permanent branden.

Remmen

Een fiets waarmee je je in het verkeer begeeft is voorzien van een goed werkende voor- en achterrem. Laat dit nog even controleren voor je ermee op pad gaat. Merk je dat je minder goed afremt? Ga dan even langs bij een fietsenmaker.

Een bel

Zowel bij een gewone stadsfiets als op een koersfiets of mountainbike is een bel verplicht. Deze bel moet tot op 20m hoorbaar zijn en dient om duidelijk te maken aan andere weggebruikers dat je er aan komt en hen eventueel voorbij wil steken.

Reflectoren

Voor de gewone stadsfiets zijn volgende reflectoren verplicht:

  • Witte reflector vooraan en rode reflector achteraan

  • Twee reflecterende stroken op elke band (of 2 zijdelingse per wiel)

  • Twee gele of oranje reflectoren per pedaal

Voor de koersfiets en mountainbike zijn deze enkel verplicht als men er ’s nachts mee op pad is of als de zichtbaarheid minder dan 200m is.

Een veilige fiets gaat natuurlijk over meer dan de verplichte zaken, daarom verdienen ook volgende punten even jullie aandacht:

  • Het zadel zit stevig vast en is op de goede hoogte afgesteld (de gebruiker kan met bal van beide voeten aan de grond).

  • Het stuur zit ook stevig vast en staat iets hoger dan het zadel.

  • De wielen zitten stevig vast en geven geen speling. In de wielen zitten strak aangespannen spaken, de velgen zijn mooi rond en niet vervormd.

  • De ketting is goed gesmeerd en heeft ongeveer 1 cm speling.

  • Het frame ziet er goed en stevig uit, het kent geen sporen van roest of beschadiging.

Geef ouders voor aanvang van het aanbod dit lijstje ook mee zodat ze de fiets vooraf kunnen controleren. Doe ook zelf een controle voor vertrek.

Kledij

Zorg dat de kledij aangepast is aan de weersomstandigheden. Bij warm weer zijn de deelnemers best niet te zwaar gekleed. Goede sportkledij die het vocht voldoende afvoert, kan dan een meerwaarde zijn.
Als het koud is zijn extra lagen net een goed idee.

Fietskledij kan een meerwaarde zijn voor wie lang op de fiets zit, maar let op om dit zomaar op te leggen. Dit soort kledij is over het algemeen niet goedkoop.

Een fietshelm is niet verplicht in Vlaanderen en België. We kunnen dus niemand verplichten, maar we raden het wel sterk aan. Een fietshelm kan ernstige letsels aan het hoofd voorkomen. Geef als begeleiding het goede voorbeeld en draag een helm. Wie weet gaan er dan toch enkelen overstag.

Rugzak

Het is voor de deelnemers cruciaal om te weten welke bagage ze zelf moeten dragen tijdens een fietstocht. Moeten ze elk zelf een rugzak voorzien om hun eigen bagage te dragen of is het mogelijk om de bagage te verdelen over verschillende rugzakken en elkaar af te lossen? Kunnen ze bepaalde zaken vasthangen op en aan hun fiets?

Zorg ervoor dat deelnemers weten wat ze exact moeten meenemen. En help hen met al dat materiaal veilig vast te maken op de fiets of in de rugzak.
Een losse slaapzak vasthangen op je fiets kan gevaarlijk zijn en eventueel tussen je wiel raken. Een zware rugzak dragen tijdens een lange fietstocht kan vermoeiend zijn, help je deelnemers met alternatieven. Bind je rugzak bijvoorbeeld op het bagagerek of gebruik fietstassen.

Fluo en verlichting

Fiets je in het donker of in situaties waarbij bv door weersomstandigheden de zichtbaarheid lager is? Zorg dan voor de nodige reflectoren/fluo en verlichting.
Het dragen van fluohesjes is ook overdag aangeraden.
Voorzie voldoende fluohesjes of vraag de deelnemers om deze zelf te voorzien. Vraag hen ook lichten te voorzien op de fiets, dat kan zowel vaste of losse verlichting zijn.

Extra materiaal voor onderweg kost geld

Hierboven maken we duidelijk hoe belangrijk het is om de juiste uitrusting te hebben als je op tocht gaat. En hoe jullie daarin een cruciale rol spelen in het doorgeven van de juiste informatie aan deelnemers en ouders.

We mogen echter ook niet onderschatten dat goede uitrusting geld kost en dat die niet voor iedereen haalbaar is. Denk daarom na over alternatieven. Zijn er mensen die materiaal kunnen gebruiken van anderen? Kan je een soort uitleendienst aanbieden vanuit jouw organisatie/groep?

Heeft een jongere geen fiets ter beschikking of is de fiets waar deze persoon gebruik van maakt niet goed genoeg om een lange tocht mee te maken? Bekijk of je een fiets kan huren voor deze deelnemer. Zijn er oud leden of begeleiders die hun materiaal misschien 2e hands of te huur willen aanbieden? …

Ga op zoek naar alternatieven voor deelnemers en ouders voor wie het geen evidentie is om zoveel fietsmateriaal aan te kopen. Maak dit aanbod kenbaar aan iedereen. Zodat de drempel voor wie het nodig heeft kleiner wordt.

Wees realistisch

Hoeveel afstand kan je overbruggen op een dag? We geven een aantal richtcijfers mee. Maar alles hangt af van de deelnemers waar je mee op pad gaat.

Er zijn heel wat factoren die bepalen wat haalbaar is met de groep die jij begeleid:

  • Wie zijn ze?
    Zijn het getrainde fietsers, fietsen ze soms of fietsen ze nooit? Vaak heb je verschillende niveaus in dezelfde groep

  • Welk materiaal hebben ze?
    Heeft iedereen dezelfde fiets of zijn er deelnemers die elektrisch rijden? Zijn er deelnemers die rijden met een koersfiets of juist deelnemers die geen versnellingen hebben?

  • Vinden de deelnemers fietsen leuk?
    Niet iedereen fietst graag. Hoe zorg je ervoor dat ook deelnemers die niet graag fietsen toch mee kunnen en willen?

  • Wat is het niveau van de gekozen route?
    Zijn er veel hellingen, is het een gewone ondergrond of zijn er zwaardere stukken?

  • Wat zijn de weersomstandigheden waarin je fietst?
    Te warm, te koud, net goed, af en toe een goeie bui op jullie dak? Hoe staat de wind? In jouw voordeel of helaas toch vol op kop?

  • Hoe ziet de planning onderweg eruit?
    Plannen jullie tussenstops? Moeten ze opdrachten doen onderweg?

  • Hoe zit het met de bagage?
    Nemen ze enkel een zakje met wat eten en drinken mee voor onderweg? Moeten ze ook slaapgerief meenemen op de fiets?

Je merkt het, er zijn heel wat factoren die een invloed kunnen hebben op de snelheid waarmee je vooruit gaat en de maximale afstand die je kan overbruggen.

We geven een paar cijfers zodat je wat inschattingen kan maken. MAAR spreek met de groep. Vraag naar hun fietservaring, wat ze zoal doen/kunnen, of ze dit fijn vinden, enz.
Ga eens fietsen met de groep en je zal snel weten wat wel/niet tot de mogelijkheden behoort.

  • Met een stadsfiets fietst een volwassen persoon gemiddeld tussen de 15 en 22km/u.

  • Voor kinderen wordt een max. van 20 à 30km per dag opgelegd.

Hou er vooral ook rekening mee dat 3u fietsen voor wie zelden fietst, pittig kan zijn.

Maak goede afspraken

In groep rijden is helemaal anders dan alleen op je fiets zitten. Je moet rekening houden met de manoeuvres van degene rondom jou en moet je ook aanpassen aan de snelheid van de groep.

Maak dus een paar afspraken:

  • Compact blijven
    Probeer goed samen te blijven. Het voordeel van rijden in groep is dat je vaak sneller gaat doordat je elkaar helpt.
    Laat de traagste persoon daarom de snelheid voor de hele groep bepalen en zet deze persoon ergens vooraan in het pak.
    Waar het kan, rij je per 2.

  • Hou onderling afstand.
    Compact rijden wil niet zeggen dat je als wielrenners continu in elkaars wiel moet hangen. Eén foute inschatting en je kan een valpartij veroorzaken.
    Laat zeker 1 fietslengte afstand en hou ongeveer 0,5m afstand tussen 2 fietsers die naast elkaar rijden.

  • Wie op kop rijdt, geeft richtingsveranderingen aan.
    Dit doe je door de arm uit te steken of een afgesproken signaal te geven. De groep geeft dit signaal verder door aan elkaar zodat iedereen gewaarschuwd is.

  • Soms rij je met 2 naast elkaar maar zal een versmalling of verandering van de weg ervoor zorgen dat jullie achter elkaar moeten rijden. Dat moeten jullie ritsen. Spreek vooraf af hoe jullie dit snel en veilig kunnen doen. Wie versnelt en wie vertraagt? De linkse of de rechtse fietsers?
    Spreek ook op dezelfde manier af hoe jullie terug naast elkaar kunnen komen.

  • Spreek af en communiceer.
    Tijdens het fietsen zal er af en toe een gevaar opduiken (zoals een tegenligger, een verhoging in het wegdek, een paaltje op het fietspad…) of moet je aanwijzingen geven over de route (bv bij afslaan).
    Maak hierover goede afspraken, spreek duidelijke signalen af en vraag de deelnemers om deze ook mee door te geven.

  • Fiets niet blindelings mee.
    Let mee op de weg, wees aandachtig voor obstakels. Een babbeltje slaan kan maar laat je vooral niet afleiden en blijf alert.

  • Overloop de basisregels voor het fietsen op de weg en de voorrangsregels nog eens met de groep.

  • Voorzie 2 verschillende EHBO’ kits
    Eentje voor het verzorgen van verwondingen en eentje voor problemen met de fiets.
    Bij de herstellingskit voorzie je materiaal om een band te herstellen, wat sleutels om zadels, pedalen of een stuur weer wat beter vast te zetten en een extra lampjes.

  • Reageer kordaat als je iemand iets onveiligs of ongepast ziet doen.
    Maak duidelijk wat de fout is/was en wijs de deelnemer op de verantwoordelijkheid voor de hele groep.

Lees meer over fietsen in groep

Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief