Financieel beleid

Hoe voer ik mijn financieel beleid binnen de termijnen van erkenning/subsidiëring?

Een doordacht financieel beleid is van essentieel belang voor het succes en de stabiliteit van een jeugdvereniging. Het helpt niet alleen bij het beheren van de financiële middelen, maar zorgt er ook voor dat de vereniging haar missie en doelstellingen kan verwezenlijken op een duurzame en verantwoorde manier. In dit artikel bespreken we de belangrijkste aspecten van het voeren van een financieel beleid voor een jeugdvereniging, waaronder budgettering, transparantie en naleving van wet- en regelgeving.

Een goed financieel beleid legt de basis voor een gezonde financiële toekomst en stelt de jeugdvereniging in staat om haar leden te ondersteunen en haar activiteiten te ontplooien op een manier die in lijn is met haar missie en waarden.

Bij het ontvangen van een werkingssubsidie via een erkenning, gelden volgende regels:

Reserves

Een vereniging die op basis van dit decreet een werkingssubsidie ontvangt, kan een reserve aanleggen met eigen inkomsten en subsidies. Een reserve is de som van de van rekening 13 (bestemde fondsen en andere reserves) en rekening 14 (overgedragen resultaat). De vereniging kan jaarlijks maximaal 10% van het toegekende subsidiebedrag van dat jaar reserveren. De reserve kan bijvoorbeeld gebruikt worden om een sociaal passief aan te leggen.

Als de vereniging op het einde van de vijfjarige beleidsperiode nog beschikt over een reserve, kan ze die reserve overdragen naar de volgende beleidsperiode op voorwaarde dat, ten opzichte van de bestaande reserve bij het begin van de beleidsperiode, de aangroei niet meer bedraagt dan 20% van de gemiddelde jaarlijkse kosten berekend over de beleidsperiode.

De Vlaamse Regering kan een afwijking toestaan van het bepaalde percentage, op voorwaarde dat de vereniging daartoe aan de administratie een gemotiveerd bestedingsplan bezorgt voor de te veel opgebouwde reserve of voor de gehele reserve. Hierbij vermeldt de vereniging welk deel van de reserve wordt gebruikt voor de uitvoering van arbeidsrechtelijke verplichtingen (zoals een sociaal passief) en welk deel voor andere, niet-terugkerende uitgaven. Dit bestedingsplan voegt de vereniging toe aan het financieel verslag over het laatste jaar van de vijfjarige beleidsperiode. Uiterlijk 30 september in het jaar dat volgt op de vijfjarige beleidsperiode, zal de minister hun beslissing meedelen.

Uitbetalings termijnen

Intermediaire organisaties, landelijk georganiseerde verenigingen, verenigingen voor informatie en participatie, cultuureducatieve verenigingen, verenigingen voor kinderen en jongeren met een handicap en verenigingen voor kinderen en jongeren met kwetsbare maatschappelijke positie die een variabele subsidie krijgen bovenop de werkingssubsidie krijgen 45% van jaarlijkse subsidie als voorschot per semester (2 x per jaar), verdere saldo komt op 30 september van het volgende jaar.

Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief